schreef ik de volgende column voor de
nieuwsbrief In Alle Staten van het Lectoraat
In Memoriam
Het beeldend locatietheater is dood, lang leve het theater.....
door Henny Dörr
geinspireerd door Antonin Artaud en Patricia de Martelaere
De TM van Maart kopt in de rubriek Berichten: “Dogtroep houdt ermee op. Dogtroep, het internationaal bekende beeldende locatietheater uit Amsterdam-Noord sluit op 31 december 2008 definitief haar deuren.”
Henk Schut, die de leiding in 2004 overnam, heeft de groep niet kunnen redden. In 2006 hebben verschillende studenten van onze Faculteit nog met hem en Dogtroep gewerkt. Studenten van DVTG werkten mee aan CARWASH, een mobiele voorstelling met achtbaan vaart; een mix tussen kermis en beeldende kunst. Henk Schut begeleidde in dat jaar ook een internationale en interdisciplinaire groep studenten bij het maken van YOU HAVE BEEN SELECTED in de atoombunker Fort Lunet 1, Thiadmer van Galen en Jasper van Roden liepen in hun examenjaar voor Theatervormgeving stage bij de voorstelling CARGO en hebben daarna nog aan diverse projecten mee gewerkt.
15 jaar geleden, begin jaren negentig, begon ik voor de Faculteit een Masteropleiding Scenografie. We werkten daarin samen met Europese partners in Helsinki, London, Sevilla, Praag. Overal waar ik kwam was de vraag of we ook iets met Dogtroep deden. Dogtroep was wereldberoemd, en daarmee werd Nederland gezien als een pionier op het gebied van beeldend locatietheater .
Het bericht raakt me toch meer dan ik verwacht. Ik pak eindelijk de 2 dvd’s die ik vorige maand kreeg van Warner van Wely die samen met onder meer Lino Hellings Dogtroep heeft opgericht. “Hier bestaan maar 2 kopieeen van”, had Warner me ingefluisterd, “ik heb een kopie en nu jij ook”. Het is een vroege ochtend van wat een inspirerende dag zal blijken. Ik pak de eerste dvd die bestaat uit archiefmateriaal van Dogtroep van 1979 tot 1984. Ik lees eindelijk goed wat erop geschreven staat: ‘dag henny, ik dank je voor je belangstelling voor ons werk, Warner.’ Op dvd 2, archiefmateriaal van dogtroep van 1984 tot en met 1991, schrijft hij verder: ‘nog eentje, hier hebben we een echte subsidie, groet Warner.’ Ik schuif de 2e in de speler. Ik zie dogtroep terug op het hoogtepunt. Het materiaal eindigt met VUURBEELD een spektakel op de Nieuwmarkt in Amsterdam waarvoor van sloophout een 4-mans hoge draak is gebouwd, die helemaal in de fik gaat. Ik krijg een kijkje in de werkplaats, van schetsen tot bouwen. Iedereen is fanatiek oude houten pallets aan het verzagen en in stukken op een constructie aan het hameren en langzamerhand verrijst daar die draak waarvan de bek ook nog open en dicht kan door middel van touwen. Ondertussen is iemand aan het uitvinden hoe deze draak in een vlammenzee kan veranderen. De nieuwmarkt staat mutje vol met publiek. Er wordt gejuicht en gedanst. Ook de opening van de uitmarkt die Dogtroep verzorgt in 1990 trekt verschrikkelijk veel publiek. KLUIT ZONDER VLEUGELS is niet zomaar een openingsact, maar een avondvullende voorstelling, waarin ik duidelijk allerlei acts, objecten, beelden uit vorig werk herken. Dogtroep was de eerste groep die aan recycling van materiaal deed, doorwerkte, jaren lang verder aan iets werkte, onderzocht, en het materiaal in nieuwe contexten plaatste. Ik neem me voor een Wilde Wijze van Theatermaken van Warner nog eens te herlezen, waarin hij deze werkwijze beschrijft. En ja, inderdaad, het ziet er rijker uit met die subsidie, meer materiaal, mooier materiaal, meer technische hoogstandjes, hijskranen en prachtige monumentale figuren die de lucht in gelanceerd worden. Een figuur komt vaak terug, klein hoofd, grote rond lijf, kokerachtige armen, 2 dimensionaal en 3 dimensionaal tegelijk, van opzij lijkt het een getekende figuur, frontaal is het een ruimtelijk object, dat ineens in het midden in 2-en splitst, en zich dus opdeelt in 2 figuren, met elk een rechte rug, bolle buik en 1 arm.
Op een zeker moment kijkt een hele jonge Warner frontaal de camera in, en later verschijnt een heel jonge Lino Hellings in beeld, gehuld in een soort zwart keverachtige pak, alleen het gezicht te zien. Beide zijn ze nooit gestopt met maken, met onderzoeken. Beide zijn nog steeds inspirerend voor jonge makers.
Warner gaf me onlangs de dvd’s in de Balie bij gelegenheid van de presentatie van een boek en dvd over Warner&consorten, waarvoor hij me had gevraagd een praatje te houden. Ik spreek in de Balie over de unieke betekenis die deze eigenzinnig theatermaker in Nederland heeft. Ik begon met een citaat uit het nieuwe boek Gevonden Plekken Bewegend Publiek:
Street Arts Warner & Consorten 1996-2007 dat die dag werd gepresenteerd.
“... geen spelers die iedereen kent, geen select publiek, geen warme zaal, geen zachte stoel, geen aangrijpende verhalen, ..., geen drama, geen historisch repertoire, ..., geen nagespeelde spontaniteit, ..., geen tekst, ... geen vierde muur, ..., geen technische snufjes, geen onbetaalbare producties, geen glimmende materialen.”
Warner&co, vertel ik, nodigt het publiek uit mee op reis te gaan naar de verbeelding. Warner&co. werkt met zintuigen materiaal licht klank aarde, werkt interdisciplinair met beeldend kunstenaars, muzikanten, theatermakers. Werkt. Stelt het werkproces centraal.
Ik citeer nogmaals het boek:
“Geen trend, geen mode, geen avondje uit, geen status, geen pretentie, geen politiek commentaar, .. geen morele vraagstukken, ... , geen vaste omstandigheden, ..., geen weten wat er gaat gebeuren, ..., geen dogma’s, geen schaamte, geen grenzen.”
Marianne van Kerkhoven, vlaams dramaturge, beschrijft in haar boek Van het kijken en van het schrijven, het dilemma van de hedendaagse theatermaker, afgezet tegen die van de jaren 80, alsvolgt. “De huidige generatie moet aantreden in een gemeenschap zonder maatschappelijk project: consumptie kan moeilijk een inspirerend ideaal genoemd worden. Sinds enkele jaren al wordt er gesproken over het vinden van een nieuw engagement in de kunst, over het opnieuw doen trillen van het membraan dat wereld en theater van elkaar scheidt.... Er wacht de theatermaker veel werk: enerzijds om de door hem in de voorbije decennia verworven autonomie van zijn kunst te vrijwaren en anderzijds om aan te tonen dat hij geen onverschillige is, .... Het vinden van een koppeling tussen een gevrijwaarde artistieke autonomie en een geëngageerde maatschappelijke functie lijkt mij een van die zeer moeilijke taken waarvoor het theater zich vandaag gesteld ziet”, aldus Marianne van Kerkhoven.
Kunst moet tegenwoordig meer en meer worden gelegitimeerd vanuit de in de actualiteit heersende thema’s, de technologie en de globalisering, diversiteit, sociale en culturele nuttigheid. En marktgericht denken vormt de oplossing voor alle morele vraagstukken, verleent status en pretentie aan de kunst, begrenst en sluit schaamteloosheid uit. Bovendien wordt het opgelegd als sjabloon of zelfs dogma (een opvatting is voorschrift geworden). Hoe kunnen we in dat spanningsveld tussen politiek en kunst nog onze eigenzinnigheid bewaren, waar kun je nog een plek vinden die niet is besmet met sociale conformeringsdruk, met andere woorden waar zijn nog VRIJPLAATSEN te vinden. Warner&consorten is zo’n VrijPlaats. En Warner&consorten maakt geen onverschillige, ondoordachte of anarchistische kunst waarin wereld en theater gescheiden zijn.
Maar de VrijPlaats moet vechten om erkend te worden binnen het canon van cultuur en om gesubsidieerd te worden. Vanuit dezelfde strijd vraagt Lino Hellings zich af waarom ze zich nog zou moeten uiten als kunstenaar als de zogenaamde ongedisciplineerde kunst ook al een houding kan zijn van op marktgerichte reclame en marketingsburo’s als Kesselskramer. Met die vraag ging ze in de eerste deltalezing van dit jaar een debat aan met Christian Borstlap.
Enigszins melancholisch zet ik de dvd speler uit en verlaat het huis op weg naar Boukje Schweigmann waar ik mee afgesproken heb in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. We kennen elkaar persoonlijk niet, ik ken haar werk, zij weet wat ik doe. We spreken over van alles, over inspiraties, over het theater van vandaag, van morgen en van gisteren. Over haar samenwerking met Theun Mosk, en over waarom ze samen nu met Robert Wilson een project op Oerol gaan doen, waarbij ze graag studenten wil betrekken. Het zal een vertraagde wandeling worden waarin deelnemers deel uit maken van het kunstwerk en het kunstwerk ervaren. We spreken over ervaringstheater en over hoe Wilson vanuit de esthetiek de zintuigen prikkelt. Ze spreekt gepassioneerd over de Spaanse groep Theater van de Zintuigen van Enrique Vargas die haar enorm inspireert, en ze noemt Theun Mosk Apollo en zichzelf Dionysus. Ineens zie ik de relatie weer tussen waarnemen en ervaren, en hoe die twee complementair zijn, zoals Boukje en Theun dat zijn, Apollo en Dionysus dat zijn. Mijn melancholie maakt plaats voor een vreugdevol geloof in het nieuwe theater, waarin alles mogelijk is, waarin nieuwe vormen ontstaan van spel en interactie, waarin technologie een plek heeft, en kostuums als hierogliefen, waarin taal tot beeld wordt, een theater van de onmiddelijke ervaring dat voorbij gaat aan categorieën, en wat niet ‘iets’ is.
www.theatermaker.nl, www.dogtroep.nl, www.henkschut.nl, www.linohell.nl, www.warnerenconsorten.nl, www.lunatics.nl, www.teatrodelossentidos.com